Voorkom ritnaaldschade in knol-, bolgewassen en kiemplanten
Volledig onderzoeksrapportVoorkom ritnaaldschade in knol-, bolgewassen en kiemplanten
Volledig onderzoeksrapportIn de afgelopen decennia is het landbouwkundig onderzoek in Nederland enorm versplinterd en uit elkaar gegroeid. En ja, boeren hebben vertrouwen in onderzoek, maar hun vertrouwen is niet onvoorwaardelijk. Ook sluit het onderzoek niet altijd goed aan op de urgente problemen waarmee boeren worstelen in de praktijk.
De initiatiefnemers van Crkls: Misset Uitgeverij, BO Akkerbouw, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool en Groen Kennisnet willen hier wat aan doen voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland die nu voor grote uitdagingen staat.
Het kennisplatform Crkls wil het kaf van het koren scheiden en bewezen kennis gemakkelijk vindbaar maken voor boeren op een plek. De resultaten van alle onderzoeken en praktijkproeven in Nederland worden verzameld en door een onafhankelijke redactie beoordeelt en op een uniforme en compacte wijze gepubliceerd.
Onderzoeksinstituut: Wageningen UR
Locatie: Nederland
Periode: 2021
Gefinancierd door: BO Akkerbouw, TKI AgriFood
Status onderzoek: Afgerond
Bodemsoort: Alle grondsoorten
Betrouwbaarheidsscore:
Toelichting bekijken
Ja(a)r(en) van onderzoek:
1
2
3
4
4+
Statistische onderbouwing:
Geen statistische onderbouwing omdat het gaat om literatuuronderzoek.
Herhalingen:
Betrouwbaarheidsscore onderbouwing
Geen betrouwbaarheidsscore omdat het gaat om literatuuronderzoek.
Ritnaalden veroorzaken de laatste vijftien jaar een toenemende schade in knol- en bolgewassen waaronder aardappel, ui, peen, kiemplanten van mais, suikerbiet en granen. Graslanden bevatten vaak een hoge dichtheid schadelijke ritnaalden. Bij een volgteelt op een gescheurde grasmat ondervinden gewassen vaak ritnaaldschade. Voorkom dit door eerst een ritnaaldmonitoring uit te voeren.
Ritnaalden zijn de larven van kniptorren. De belangrijkste in Nederland zijn Agriotes lineatus en A. obscurus. Ze vreten aan ondergrondse plantendelen met als gevolg verwelking of afsterving van kiemplanten. In knollen en bollen worden gangen gevreten. In consumptieaardappelen leidt dit tot kwaliteitsvermindering.
Lees meer
De kniptor legt tussen maart en juni haar eitjes in grasland en grasachtige vegetaties. Na vier tot zes weken komen de larven uit. Ieder jaar vervellen de larven één tot drie maal. De ritnaalden blijven twee tot vijf jaar in de grond totdat ze verpoppen. Ze overwinteren als larve en als kever in de bodem. Als de temperatuur lager is (winter) of droger (zomer) bewegen ze naar diepere bodemlagen (verticale beweging onder invloed van bodemtemperatuur en -vocht).
Ritnaalden hebben een voorkeur voor vochtige, humusrijke en wat zure gronden. Ze kunnen slecht tegen uitdrogen. In twee perioden per jaar zijn de ritnaalden actief, van maart tot mei en van augustus tot oktober. Het eerste jaar vreten ze hoofdzakelijk dood organisch materiaal, maar ook dan kunnen ze al vraatschade veroorzaken aan gewassen.
De meeste schade treedt op bij een volgteelt op gescheurd grasland of bij 1:3 graszaad-wintertarwe-aardappelen rotatie. In de biologische teelt is ritnaald één van de hoofdproblemen. Eén of twee jaar gras/klaver kan tot grote schade leiden in de volggewassen. Vaak zijn deze gras/klaver percelen besmet met ritnaalden.
In droge jaren is de schade groter in aardappel dan in natte jaren. In droge jaren gaan ritnaalden niet alleen op zoek naar voedsel, maar ook naar vocht en die vinden ze allebei in de aardappelknol. Dat geldt voor een droog voorjaar en ook voor een droge nazomer.
De beschikbare kennis delen voor de beheersing van bodemplaaginsecten behorende bij een selectie van akkerbouwgewassen via bodemgezondheidsmaatregelen.
In dit deel is gefocust op de beheersing van ritnaalden van de kniptor (Agriotes lineatus en A. obscurus).
Deskstudie: Relevante kennis in de wetenschappelijke literatuur en rapporten en kennis aanwezig bij experts (vanuit lopend onderzoek) is in kaart gebracht.
Artikel: Beheersing van bodemplaaginsecten via bodemgezondheidsmaatregelen
Een overzicht van de beschikbare kennis voor een selectie van akkerbouwgewassen met hun bijbehorende bodemplaaginsecten.
Auteurs: K. van Rozen, H.F. Huiting, A.B. Allema, R.W.H.M. van Tol, J. Postma
Rapport WPR-1061 (2021). Dit rapport is gratis te downloaden op https://doi.org/10.18174/538253
Voor meer informatie: Begeleidende rapportage Schema Bodemplagen (2013) Y. T. Qiu, K. van Rozen, E. Raaijmakers, T. Everaarts, https://edepot.wur.nl/294276
Ritnaalden zijn niet zomaar voor één gat te vangen, Leo Hanse, Maries Elemans, Aardappelwereld magazine, juli 2022, nummer 7, blz. 21-27.
Handboek groenbemesters, W. Haagsma (2019) Het handboek is digitaal beschikbaar op de website: www.handboekgroenbemesters.nl
Het is ook in gedrukte vorm uitgekomen en is te bestellen bij Agrio, www.agrio.nl/groenbemestershandboek
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb):
https://toelatingen.ctgb.nl/nl/authorisations
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een korte toelichting.
Gezondheid bodem
Goed onderhouden graslanden waarbij regelmatig belucht en bekalkt wordt zijn minder aantrekkelijk voor ritnaalden en bevordert de bodemgezondheid.
Gebruik chemische middelen
Door bodemgezondheidsmaatregelen toe te passen kan het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen worden verlaagd.
Gewasopbrengst
Door de bodemgezondheidsmaatregelen toe te passen kan de opbrengst worden verhoogd.
Geen betrouwbaarheidsscore omdat het gaat om literatuuronderzoek.
Gewasbescherming