Verhoog bewaarrendement van zetmeelaardappel door rassenkeus
Volledig onderzoeksrapportVerhoog bewaarrendement van zetmeelaardappel door rassenkeus
Over Crkls
In de afgelopen decennia is het landbouwkundig onderzoek in Nederland enorm versplinterd en uit elkaar gegroeid. En ja, boeren hebben vertrouwen in onderzoek, maar hun vertrouwen is niet onvoorwaardelijk. Ook sluit het onderzoek niet altijd goed aan op de urgente problemen waarmee boeren worstelen in de praktijk.
De initiatiefnemers van Crkls: Misset Uitgeverij, BO Akkerbouw, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool en Groen Kennisnet willen hier wat aan doen voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland die nu voor grote uitdagingen staat.
Het kennisplatform Crkls wil het kaf van het koren scheiden en bewezen kennis gemakkelijk vindbaar maken voor boeren op een plek. De resultaten van alle onderzoeken en praktijkproeven in Nederland worden verzameld en door een onafhankelijke redactie beoordeelt en op een uniforme en compacte wijze gepubliceerd.
Ga naar de inhoud
Onderzoeksinstituut: Wageningen University & Research
Locatie: Rolde (Dr.) en Valthermond (Dr.)
Periode: van 2002 tot 2003
Gefinancierd door: Stichting Interprovinciaal Onderzoek
Status onderzoek: Afgerond
Bodemsoort: Zand- en dalgrond
Betrouwbaarheidsscore:
Naast opbrengst en ziekteresistentie is het bewaarrendement een belangrijke raseigenschap bij de teelt van zetmeelaardappel. De rassen Valiant en Festien zijn goed bewaarbaar. Met aandacht voor bewaarverlies kan geld verdiend worden.
Conclusies
- De kwaliteit van de aardappelen gaat tijdens de bewaring achteruit
- Het relatieve onderwatergewicht van het ras Valiant neemt toe tijdens de bewaring
- De rassen Mercator en Averia geven een verlies aan uitbetalingsgewicht van meer dan 10%
- De rassen Valiant en Festien zijn goed bewaarbaar.
Samenvatting
In opdracht van Stichting Interprovinciaal Onderzoek is onderzoek verricht naar het bewaarverlies van verschillende zetmeelaardappelrassen. Van rassenproefvelden op de locaties ’t Kompas (dalgrond) en Kooijenburg (zandgrond) zijn monsters op bewaarverlies onderzocht. Het onderzoek heeft betrekking op de bewaarseizoenen 2001-’02 en 2002-’03. In het onderzoek zijn bestaande (Seresta, Karakter en Mercator) en nieuwe (Festien, Aviala, Averia, Menco, Mantra, Sofista en Valiant) rassen meegenomen.
Lees meer
Het bewaarverlies bestaat uit een verlies aan veldgewicht, verlies aan onderwatergewicht (OWG) en verlies door rot.
Verlies aan veldgewicht
Het verlies aan veldgewicht is met name een gevolg van verdamping aan vocht gedurende de bewaarperiode. Het verlies aan veldgewicht lag gemiddeld op ruim 5% en was sterk afhankelijk van het ras.
Verlies aan OWG
Het verlies aan OWG is eveneens sterk afhankelijk van het ras en wordt mede bepaald door de beschadigingsgevoeligheid. Als gevolg van indroging nam het OWG van het ras Valiant toe. Andere rassen lieten een geringe (Festien, Sofista en Karakter) tot een hoge daling (Mercator) zien.
Verlies door rot
Rot wordt veroorzaakt door bacteriën en schimmels. Het verlies aan rot was naast ras, ook afhankelijk van het jaar en de locatie waar de aardappelen zijn geteeld. De aardappelen geteeld op dalgrond lijken in het algemeen gevoeliger voor rot te zijn.
Impactscore
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een korte toelichting.
Kosten
Een geschikt ras voor de bewaring zal het rendement van de keten verhogen en daardoor de kosten verlagen.
Gewasopbrengst
De financiële opbrengst van bewaaraardappelen kan vergroot worden door rassen te kiezen met een gering bewaarverlies en behoud van kwaliteit.
Betrouwbaarheidsscore:
Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd en in herhalingen. Het onderzoek is statistisch onderbouwd. Het onderzoek is zeer betrouwbaar.
