Vals zaaibed als wapen tegen knopkruid en andere zaadonkruiden
Volledig onderzoeksrapportVals zaaibed als wapen tegen knopkruid en andere zaadonkruiden
Volledig onderzoeksrapportIn de afgelopen decennia is het landbouwkundig onderzoek in Nederland enorm versplinterd en uit elkaar gegroeid. En ja, boeren hebben vertrouwen in onderzoek, maar hun vertrouwen is niet onvoorwaardelijk. Ook sluit het onderzoek niet altijd goed aan op de urgente problemen waarmee boeren worstelen in de praktijk.
De initiatiefnemers van Crkls: Misset Uitgeverij, BO Akkerbouw, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool en Groen Kennisnet willen hier wat aan doen voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland die nu voor grote uitdagingen staat.
Het kennisplatform Crkls wil het kaf van het koren scheiden en bewezen kennis gemakkelijk vindbaar maken voor boeren op een plek. De resultaten van alle onderzoeken en praktijkproeven in Nederland worden verzameld en door een onafhankelijke redactie beoordeelt en op een uniforme en compacte wijze gepubliceerd.
Onderzoeksinstituut: Universiteit Gent
Locatie: Rumbeke-Beitem (B.)
Periode: 2017
Gefinancierd door: Niet bekend
Status onderzoek: Afgerond
Bodemsoort: Zand- en zavelgrond
Betrouwbaarheidsscore:
Toelichting bekijken
Ja(a)r(en) van onderzoek:
1
2
3
4
4+
Statistische onderbouwing:
Het onderzoek is statistisch onderbouwd.
Herhalingen:
Betrouwbaarheidsscore onderbouwing
Het onderzoek is eenjarig uitgevoerd met herhalingen. De resultaten bevatten een statistische onderbouwing. Het is daarmee betrouwbaar.
Knopkruid is een veelvuldig voorkomend probleem, zowel in de gangbare als in de biologische akker- en tuinbouw. Het onkruid bereikt snel hoge dichtheden, en curatief ingezette, met name mechanische maatregelen, werken niet afdoende. Preventie is dus het sleutelwoord. Een goed gepland en bewerkt vals zaaibed kan hierbij helpen.
Universiteit Gent heeft in een eenjarig onderzoek de opkomst van knopkruid en andere zaadonkruiden onderzocht.
Lees meer
Zowel het kaal als harig knopkruid zijn voor hun kieming sterk afhankelijk van de inval van licht en de hoeveelheid lucht in de bodem. Dit geldt voor kaal knopkruid sterker dan voor harig knopkruid, maar beide veroorzaken de meeste problemen in zandgrond (ten opzichte van zavel).
De optimale plek om te kiemen voor zaden van beide knopkruiden is aan het grondoppervlak. Iedere millimeter dieper zorgt voor een exponentiële afname van het aantal gekiemde zaden. Al op 6 millimeter diepte kiemen zaden van beide soorten nauwelijks meer.
Na driemaal branden was de veldopkomst van zowel knopkruid als overige zaadonkruiden significant lager dan na driemaal schoffelen. Dit komt omdat door branden geen nieuwe zaden in kiempositie worden gebracht. Branden verhoogt wel het risico op verslemping en/of korstvorming, en vergrootte het aandeel straatgras in de onkruidpopulatie.
Ondiep rolschoffelen (2 centimeter) putte de hoeveelheid knopkruidzaden in kiempositie significant sterker uit dan diep schoffelen (4 centimeter). De uitputting van de totale zaadbank in de toplaag en de uiteindelijke totale veldbezetting met onkruid verschilde niet significant tussen de twee bewerkingsdieptes.
De invloed van de bewerkingsintensiteit (twéemaal ten opzichte van éénmaal per week bewerken) was afhankelijk van de bewerkingsdiepte. De zaadbank van knopkruid in de toplaag (0-5 centimeter) werd sterker uitgeput na tweemaal diep (4 centimeter) rolschoffelen, maar werd juist minder sterk uitgeput na tweemaal ondiep (2 centimeter) rolschoffelen. De bewerkingsintensiteit had geen significante invloed op de uitputting van de zaadbank van overige zaadonkruiden in de toplaag (0-5 cm) in het algemeen. De veldopkomst werd noch voor knopkruid, noch voor de overige zaadonkruiden beïnvloed door de bewerkingsintensiteit.
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een korte toelichting.
Gebruik chemische middelen
Mogelijke verminderd gebruik van herbiciden op percelen waar knopkruid een probleem vormt en waar een vals zaaibed een passende oplossing is.
Gebruik energie
Mogelijk hoger energieverbruik (in de vorm van warmte) als veel telers met stootbranders aan de gang gaan (verstoking propaan), verder verbruik extra diesel van meermalen mechanisch bewerken t.o.v. spuiten.
Uitstoot broeikasgassen
Zie bij punt ‘Energie’, zeer beperkt als de propaan voldoende heet verbrand wordt, meer uitstoot als veelvuldig mechanisch bewerkt wordt.
Kosten
Meer kosten doordat meerdere bewerkingen nodig zijn, meerkosten niet in project berekend.
Het onderzoek is eenjarig uitgevoerd met herhalingen. De resultaten bevatten een statistische onderbouwing. Het is daarmee betrouwbaar.
Onkruidbestrijding