Reductie veestapel: organische mest voor akkerbouwer duurder
Volledig onderzoeksrapportReductie veestapel: organische mest voor akkerbouwer duurder
Volledig onderzoeksrapportIn de afgelopen decennia is het landbouwkundig onderzoek in Nederland enorm versplinterd en uit elkaar gegroeid. En ja, boeren hebben vertrouwen in onderzoek, maar hun vertrouwen is niet onvoorwaardelijk. Ook sluit het onderzoek niet altijd goed aan op de urgente problemen waarmee boeren worstelen in de praktijk.
De initiatiefnemers van Crkls: Misset Uitgeverij, BO Akkerbouw, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool en Groen Kennisnet willen hier wat aan doen voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland die nu voor grote uitdagingen staat.
Het kennisplatform Crkls wil het kaf van het koren scheiden en bewezen kennis gemakkelijk vindbaar maken voor boeren op een plek. De resultaten van alle onderzoeken en praktijkproeven in Nederland worden verzameld en door een onafhankelijke redactie beoordeelt en op een uniforme en compacte wijze gepubliceerd.
Onderzoeksinstituut: NMI, Wageningen
Locatie: n.v.t.
Periode: 2021
Gefinancierd door: BO Akkerbouw
Status onderzoek: Afgerond
Bodemsoort: klei en zand
Betrouwbaarheidsscore:
Toelichting bekijken
Ja(a)r(en) van onderzoek:
1
2
3
4
4+
Statistische onderbouwing:
Geen statistische onderbouwing omdat het gaat om literatuuronderzoek.
Herhalingen:
Betrouwbaarheidsscore onderbouwing
Geen betrouwbaarheidsscore omdat het gaat om literatuuronderzoek.
Het nieuwe mestbeleid bestaat uit drie hoofdlijnen:
1. Grondgebondenheid,
2. Verwerking van mest van niet-grondgebonden bedrijven
3. Gebiedsgerichte aanpak waterkwaliteit.
Een consequentie voor de akkerbouwer is minder beschikking over onbewerkte rund- en varkensdrijfmesten in de toekomst. Daardoor zal er meer gebruik worden gemaakt van combinaties van mestverwerkingsproducten met hogere kosten tot gevolg.
Een gevolg van het nieuwe mestbeleid en de aanpak van de stikstofproblematiek is een reductie van de veestapel. Er zal een verschuiving optreden van onbewerkte drijfmest naar producten uit mestverwerking. Daarnaast zijn op Europees niveau voorwaarden geformuleerd voor producten uit dierlijke mest (RENURE-producten). De N-houdende producten (90% minerale N) of verhouding organische C en N-totaal < 3 mogen bovenop de gebruiksnorm van 170 kilo N/ha worden gebruikt.
Lees meer
In een deskstudie zijn in drie hoofdstukken de gevolgen van nieuwe beleidsontwikkelingen, de waarde van meststoffen en de meststoffenbehoefte voor de akkerbouw beschreven.
Voor de waarde van meststoffen zijn drie criteria gebruikt:
Voor de meststoffenbehoefte in de akkerbouw zijn meststofkeuze op bouwplan- en op gewasniveau beschreven.
Voor acht regio’s zijn bouwplannen uitgewerkt:
1 zuidwestelijke klei en
2 en 3. op noordelijk zeeklei,
4. en 5. op centrale zeeklei,
6. op zand- en dalgronden in Noordoost- Nederland en
7. en 8. op zand en löss in Zuidoost- Nederland.
• Voor de aanvoer van EOS scoort rundvee(drijf)mesten aanzienlijk beter dan producten uit varkens(drijf)mest.
• Het nadeel van vaste mesten is dat ze vooral op kleigronden niet altijd inzetbaar zijn. Ook het risico van ammoniak (NH₃) – emissie is relatief hoog (hogere verliezen bij toediening) dan bij drijfmest die direct in de bodem wordt geïnjecteerd.
• Producten uit mestbewerking (zoals dunne en dikke fractie VDM) hebben lagere broeikasgasemissies dan drijfmesten. Voornamelijk door lagere methaanemissie (CH₄) tijdens de opslag.
• Op korte termijn is het risico van nitraatuitspoeling het hoogste bij drijfmest, dunne fracties en mineralenconcentraten (hoge Nmin-gehaltes). Oorzaak is de verkeerde timing van toediening (bij groot neerslagoverschot).
• Op de langere termijn (5-10 jaar) is er juist een verhoogd risico van nitraatuitspoeling bij producten met een lage N-werking (bijvoorbeeld vaste rundveemest).
• Kosten voor een aanvullende behoefte aan kunstmest en EOS kan oplopen tot ruim € 500 per hectare wanneer geen onbewerkte RDM tot de beschikking is. Vooral op de zuidoostelijke zandgronden en centrale zeekleigronden lopen de kosten hoog op.
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een korte toelichting.
Gebruik kunstmest
Doordat de akkerbouwer meer dierlijk mest gebruikt is het gebruik van kunstmest lager.
Uitstoot ammoniak
Bij gebruik van meer vaste meststoffen zijn er hogere NH₃-emissies aangezien zij oppervlakkig worden toegediend en daarna worden ingewerkt.
Uitstoot broeikasgassen
Producten uit mestbewerking (zoals dunne en dikke fractie VDM) hebben lagere broeikasgas-emissies dan drijfmesten. Voornamelijk door lagere methaanemissie (CH₄) tijdens de opslag. Bij digestaten is de lage broeikasgasemissie vanwege netto energieproductie bij vergisten.
Voedselveiligheid
Minder gebruik van kunstmest door meer gebruik dierlijk mest in de akkerbouw.
Kosten
Doordat er in de toekomst minder beschikking over onbewerkte rund- en varkensdrijfmesten is, zullen de kosten hoger worden voor de akkerbouwer.
Geen betrouwbaarheidsscore omdat het gaat om literatuuronderzoek.
Bemesting