Met Functionele AgroBiodiversiteit is virusbesmetting in lelies net zo goed te beperken als met een traditionele bespuiting. Functionele AgroBiodiversiteit (FAB) houdt in dat de rand rond een perceel wordt ingezaaid met een bloemenmengsel. Bladluizen fourageren liever in deze zogenaamde vanggewassen dan in het leliegewas. In deze vanggewassen huizen de natuurlijke vijanden van de luis.
Conclusies
- Weglaten van pyrethroïden en insecticiden in combinatie met een FAB-strook geeft geen verhoogd viruspercentage ten opzichte van gangbaar.
- Er werd geen verschil in aantallen bladluizen gevonden in de lelies geteeld naast een FAB-strook en de gangbare objecten.
- De samenstelling van de FAB-strook is belangrijk, voldoende bloeiende planten is hierbij essentieel.
- Belangrijk is om in de FAB-strook planten te hebben die geen waard voor het virus zijn, waardoor de luizen hun virus kwijtraken (virussink).
Samenvatting
Functionele AgroBiodiversiteit (FAB) houdt in dat een teler maatregelen neemt om een positief effect te creëren op de biodiversiteit. Deze methode is erop gericht om een ziekte of plaag onder een bepaalde schadedrempel te houden. In dit onderzoek ging het om het beheersen van bladluizen in lelie.
Bladluis & Virus
Bladluizen in lelies brengen met name schade toe door overdracht van virussen. In de lelieteelt zijn een aantal virussen die op non-persistente wijze door bladluizen overgedragen worden een groot probleem, dit zijn LMoV, LSV en CMV. Non-persistent betekent dat de virusoverdracht bij aanprikken van de lelie of een andere plant kan plaatsvinden.
Proefopzet
Rondom blokken lelies zijn wel en geen stroken met een bloemenmengsel aangelegd. Dit is gedurende twee seizoenen uitgevoerd. In de gangbare objecten werd gespoten met insecticide met minerale olie, in de objecten met FAB werd alleen met minerale olie gespoten.
Waarnemingen
Er werden vangplaten geplaatst om wekelijks bladluizen en natuurlijke vijanden te scouten. Van de geoogste bollen zijn schubben getoetst op voorkomen van de virussen LMoV en LSV.
Conclusies
De uitkomsten van deze proef zijn relevant om vervolgstappen richting een virusbeheersingsstrategie zonder pyrethroïden te ontwikkelen. Dit onderzoek geeft hieraan richting. Verder biedt dit rapport inzicht in de inzet van FAB-stroken. Geen duidelijk positieve (verminderde bladluispopulatie), dan wel negatieve (vermeerdering van bladluizen en onkruiden in de akkerrand) effecten van de akkerrand op de virusbeheersing zijn waargenomen. Daarnaast is er een grote biodiversiteit aan insecten in de akkerrand waargenomen. Dit vergroot de mogelijke inzet van FAB-stroken in het landschap en in de land- en tuinbouw.
Impactscore
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten
direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik
van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een
korte toelichting.
Gebruik chemische middelen
Het gebruik van FAB-stroken kan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen sterk verlagen.
Naast effect op opbrengst is het effect op de kwaliteit van het product belangrijk
Betrouwbaarheidsscore:
Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd en in herhalingen. Het onderzoek is statistisch onderbouwd. Het onderzoek is zeer betrouwbaar.
Auteur
Jean-Marie Michielsen