In de aardappelteelt bieden timing en monitoring de basis voor een goed beheer van productierisico’s zoals droogte en hitte. Door de vochthuishouding en temperatuur tijdens bepaalde groeistadia in de gaten te houden, is geld te verdienen door de kwaliteit en opbrengst te waarborgen.
Conclusies
- De optimale omgevingstemperatuur voor het bovengrondse deel van de aardappelplant ligt tussen de 20-25°C.
- De optimale bodemtemperatuur voor de knollen ligt tussen de 15-20°C.
- Voor zowel een optimale kwaliteit als opbrengst geldt dat de plant in elk stadium voldoende vocht dient te hebben.
- Bij volle groei bedraagt de gewasverdamping 5 tot 7 mm per dag.
- Aardappelplanten reageren op vochtgebrek met groeischeuren, holle harten, bruinverkleuring en opbrengstverlies.
Samenvatting
Door klimaatverandering wordt het een uitdaging om onder warmere en drogere groeiomstandigheden de zetmeelaardappelteelt op voldoende niveau te houden. In deze literatuurstudie is onderzocht wat de effecten van irrigatie, bodemtemperatuur en gerelateerde maatregelen zijn op de aardappelplant.
Temperatuur
De optimale omgevingstemperatuur voor het bovengrondse deel van de aardappelplant ligt tussen de 20-25°C en de optimale bodemtemperatuur voor de knollen ligt tussen de 15-20°C. Hoge temperaturen leiden tot verhoging van de respiratie, waardoor de knolontwikkeling of droge stofproductie zal afnemen. Het kan tevens tot doorwas leiden.
Vocht
Voor zowel een optimale kwaliteit als opbrengst geldt dat de plant in elk stadium voldoende vocht dient te hebben. Met name rondom de knolzetting en de vroege knolontwikkeling is voldoende vocht in de bouwvoor essentieel. Bij volle groei bedraagt de gewasverdamping 5 tot 7 mm per dag.
De aardappelplant heeft verschillende reacties op deze stressen, zoals groeischeuren, holle harten, bruinverkleuring en opbrengstverlies.
Oplossingen kunnen worden gezocht in water- en gewasmanagement, bodemverbetering en veredeling of raskeuze.
Impactscore
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten
direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik
van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een
korte toelichting.
Klimaatverandering leidt tot extremere groeiomstandigheden. Hierdoor ontstaan meer risico’s voor de opbrengstzekerheid van gewassen. Een optimale water- en bodemmanagement zal hierdoor belangrijker worden en kunnen leiden tot een hogere gewasopbrengst.
Betrouwbaarheidsscore:
Geen betrouwbaarheidsscore omdat het gaat om literatuuronderzoek.