Beregenen verbetert de opbrengst van zetmeelaardappelen, onafhankelijk van de waterkwaliteit. Uit een vierjarig onderzoek van Delphy blijkt dat niet beregenen in drogere jaren tot gemiddeld 30% lagere opbrengsten leidt. De zetmeelgehaltes in de niet-beregende aardappelen vielen iets hoger uit, maar het opbrengstverlies doet dit effect weer teniet.
Conclusies
- In drie van de vier jaar had waterkwaliteit geen significant effect op het versneld afsterven van het loof of de opbrengst.
- In één jaar veroorzaakte hard ijzerhoudend water hogere ijzergehaltes in het bladsap, maar er was geen significant verschil in (zetmeel)opbrengsten t.o.v. oppervlaktewater.
- In de twee drogere jaren leidde niet beregenen tot 30% minder netto-opbrengst; het loof stierf eerder af.
- Zuiniger beregenen met druppelirrigatie veroorzaakte ook een significant lagere opbrengst.
- Druppelen in of tussen de rij leidde niet tot opbrengstverschil.
Samenvatting
Door de klimaatverandering is slimmer omgaan met water en efficiënter beregenen belangrijk. Meer beregenen dan nodig is nadelig voor de waterhuishouding. Vochtsensoren kunnen bijdragen aan waterbesparing door een plaatsspecifiek beregeningsadvies te geven.
Op beregende percelen zien telers hun aardappelloof soms vroegtijdig afsterven. De oorzaak hiervan is niet duidelijk, maar men vermoedt dat het met de kwaliteit van het beregeningswater te maken heeft.
Delphy zocht uit welke invloed de waterkwaliteit en de beregeningsmethode heeft op de opbrengst van zetmeelaardappelen op veenkoloniale zandgrond. Verschillende behandelingen zijn gedurende vier jaar (2020-2023) in een blokkenproef met drie herhalingen uitgevoerd.
Geen impactscores, geen duidelijke meer-minder effecten
Waterkwaliteit belangrijk?
In deze proef had de kwaliteit van beregeningswater geen significante invloed op de opbrengst van zetmeelaardappelen. Dit is deels te verklaren door dat er in twee van de vier onderzoeksjaren veel neerslag viel. Daardoor leverde de beregeningsproef minder inzichten op dan gehoopt.
Waterkwaliteit: Oppervlaktewater of ijzerhoudend bronwater?
In één droog jaar kleurden de velden bruiner die met respectievelijk bronwater, NaCl-houdend bronwater en hard ijzerhoudend bronwater beregend waren.
Deze objecten lieten ook een significant hoger ijzergehalte zien in de bladsapanalyse dan het object met oppervlaktewater. De (zetmeel)opbrengst was licht hoger bij beregening met oppervlaktewater, maar toch was dit verschil niet significant.
Beregenen loont
Van alle behandelingen, blijkt niet beregenen veruit de grootste invloed te hebben op de (zetmeel)opbrengst van aardappelen in deze vierjarige proef. Dit gaat uiteraard alleen op in droge jaren, als beregenen nodig is.
Ook zuinig beregenen met druppelslangen (5mm water) leidde tot 15 procent opbrengstverlies ten opzichte van de andere objecten (25mm water).
Druppelslang in de rij
Hoewel er geen statistisch opbrengstverschil is gevonden, bevelen de onderzoekers druppelslangen in de rij aan en niet tussen de rijen, omdat er tussen de rijen nogal eens schade optreedt aan de slangen.
Betrouwbaarheidsscore:
Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd en in herhalingen. Het onderzoek is statistisch onderbouwd. Het onderzoek is zeer betrouwbaar.