Granen kunnen vervuild raken met verschillende giftige stoffen afkomstig van schimmels (mycotoxinen), waarvan deoxynivalenol (DON) de meest bekende en meest voorkomende is. In dit onderzoek is getest of deze van Fusarium afkomstige toxine door het vochtgehalte van wintertarwe te beheersen is.
Conclusies
- Zowel afrijping als indroging zorgen voor een stijging van het DON-gehalte
- Behandeling met karwijzaad of Karvon hebben ongeacht de gebruikswijze (mengen met zaad, olie of damp) niet of nauwelijks invloed op het DON-gehalte
- Partijen die met een hoog DON-gehalte de bewaring in gaan, blijven een hoog DON-gehalte houden
- Partijen die met een laag DON-gehalte de bewaring ingaan, krijgen bij een ‘hoog’ vochtgehalte (18~20% vocht) nog een wat hoger DON-gehalte
Samenvatting
Bewaarproef 2001 (cultivar. Vivant)
Resultaten geven een indicatie dat met indroging en afrijping het DON-gehalte toeneemt. De vroegtijdig geoogste tarwe bevatte de minste DON, 2.956 parts per billion (ppb). Niet behandelen en vier dagen luchtdicht bewaren gaf 3.707 ppb, vergelijkbaar met indrogen tot 15% vocht (4.147 ppb). De vier dagen luchtdicht bewaarde tarwe met karwijdamp bevatte de meeste DON, 10.090 ppb. Niet behandelen en alleen drogen met ventilatie (buitenlucht) zat op 9.226 ppb.
Voor de hierna volgende alinea`s geldt voor uitgangssituaties vochtgehalte:
droog (minder dan 14,5 %), praktijk (16 á 17%), nat (19 á 20%)
Bewaarproef 2002-2003 (cultivars. Kampa en Drifter)
Alle DON-gehalten bleven onder de actielimiet van 500 ppb. Het DON-gehalte in de ‘droge’ partij was altijd hoger dan dat van de ‘praktijk’ of ‘natte’ partij. Het verschil in vochtgehalte tussen de ‘natte’ en de ‘praktijk’ partij verdween in de loop der tijd.
Bewaarproef 2003-2004 (cultivars. Kampa en Drifter)
Alleen de partijen die met een hoog DON-gehalte de bewaring in gingen, hadden voor een tweetal mycotoxinen boven de detectiegrens (3-ac-DON en DON). Het DON-gehalte werd bij de ‘droge’ en ‘natte’ partij iets hoger gedurende de bewaring, bij de ‘praktijk’ partij veranderde het nagenoeg niet
Bewaarproef 2004-2005 (cultivar. Bristol)
Partijen die met een hoog DON-gehalte begonnen, lieten aanvankelijk een lichte stijging zien, daarna een lichte daling. Over het algemeen nam het DON-gehalte tijdens de bewaring licht toe, waarbij het DON-gehalte bij aanvang van de bewaring belangrijker lijkt dan het vochtgehalte. Bij een hoog vochtgehalte ontstaan wel andere mycotoxinen, gemaakt door Aspergillus spp. en Penicillium spp.
Impactscore
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten
direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik
van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een
korte toelichting.
Gebruik chemische middelen
Mogelijk meer omdat oplossen in de bewaring niet mogelijk blijkt.
Betrouwbaarheidsscore:
Onderzoek is (deels) statistisch onderbouwd en het gaat hier om meerjarig toegepast onderzoek. Het onderzoek is betrouwbaar.