Bouwplan en bodemweerbaarheid spelen rol in onderdrukkend vermogen M. chitwoodi

Volledig onderzoeksrapport

Bouwplan en bodemweerbaarheid spelen rol in onderdrukkend vermogen M. chitwoodi

Foto: Peter Roek
Foto: Peter Roek

Over Crkls

In de afgelopen decennia is het landbouwkundig onderzoek in Nederland enorm versplinterd en uit elkaar gegroeid. En ja, boeren hebben vertrouwen in onderzoek, maar hun vertrouwen is niet onvoorwaardelijk. Ook sluit het onderzoek niet altijd goed aan op de urgente problemen waarmee boeren worstelen in de praktijk.


De initiatiefnemers van Crkls: Misset Uitgeverij, BO Akkerbouw, Wageningen University & Research, Aeres Hogeschool en Groen Kennisnet willen hier wat aan doen voor een toekomstbestendige landbouw in Nederland die nu voor grote uitdagingen staat.


Het kennisplatform Crkls wil het kaf van het koren scheiden en bewezen kennis gemakkelijk vindbaar maken voor boeren op een plek. De resultaten van alle onderzoeken en praktijkproeven in Nederland worden verzameld en door een onafhankelijke redactie beoordeelt en op een uniforme en compacte wijze gepubliceerd.


Meer over Crkls

Ga naar de inhoud

Onderzoeksinstituut: HLB, Wageningen University & Research

Locatie: Nederland

Periode: 2019

Gefinancierd door: BO Akkerbouw, TKI Agro&Food

Status onderzoek: Afgerond

Bodemsoort: Zand, kleiig zand

Betrouwbaarheidsscore:

Toelichting bekijken

Ja(a)r(en) van onderzoek:

1

2

3

4

4+

Statistische onderbouwing:

Het onderzoek is niet statistisch onderbouwd.

Herhalingen:

Ja

Betrouwbaarheidsscore onderbouwing

Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd met herhalingen. De resultaten bevatten geen statistische onderbouwing. Het is daarmee betrouwbaar.

De vestiging en verspreiding van maiswortelknobbelaaltje M. chitwoodi zijn zeer grillig. Om meer inzicht te krijgen in de factoren die van invloed zijn op de vermeerdering van het aaltje is in 2012 een project gestart. In een experiment met twee M. chitwoodi-besmette percelen is in 2012-13 en na 8 jaar een intensieve bemonstering uitgevoerd. Op één perceel was de besmetting in 2019 nog maar net aantoonbaar. Bij het andere perceel was in 2020 de besmetting niet meer aantoonbaar, maar verplaatst naar een ander gedeelte binnen het perceel.

Conclusies

  • De sterke afname van de hoge besmetting op het eerste perceel komt waarschijnlijk door de teelt (in 2017) van daglelie (niet waardplant) gevolgd door twee droge zomers (2018 en 2019).
  • Ondanks een bouwplan gericht op verlaging van de besmetting met M. chitwoodi was de besmetting nog steeds duidelijk aantoonbaar op een gedeelte van het tweede perceel. Dit gedeelte is in 2020 geïnundeerd.Na de teelt van drie jaren (2018 tot 2020) van luzerne is op dit perceel een besmetting van het noordelijk wortelknobbelaaltje M. hapla gevonden. Luzerne is geen waardplant voor M. chitwoodi maar wel een matige waardplant voor M. hapla.
  • Bij het eerste perceel is in een bodemweerbaarheidstoets aangetoond dat er binnen het perceel verschillen zijn in ziekte-onderdrukkend vermogen van M. chitwoodi.
  • De vermeerdering van M. chitwoodi op tomaat in de kas was op de verzamelde grond van dit perceel op twee van de zes plekken duidelijk lager (86 tot 96% lager).
  • Er is nog geen verband gevonden tussen de lage vermeerdering van M. chitwoodi op de verzamelde grond, of met andere woorden: het ziekte-onderdrukkend vermogen, en de onderzochte a-biotische factoren.

Samenvatting

Het maiswortelknobbelaaltjes, Meloidogyne chitwoodi, heeft een brede waardplantenreeks en kan meerdere generaties per jaar vormen. In de praktijk blijken percelen echter zelden van voor tot achter besmet te zijn. Mogelijk spelen biotische en abiotische factoren zoals bodemweerbaarheid, afslibbaarheid en poriëndichtheid een rol in de verspreiding en vermeerdering van het aaltje.

Door een herhaling in 2019-2020 van de bemonstering van 2012-2013 was er de unieke mogelijkheid om de ontwikkeling van de besmettingen op de beide percelen nauwkeurig in beeld te brengen.

Aanvullende informatie

PPS | Biologische onderdrukking plantparasitaire aaltjes met quarantainestatus. Dit project is onderdeel van Plan van Aanpak | Meloidogyne. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan het Actieplan Plantgezondheid.

Rapport: Vestiging en verspreiding van het maïswortelknobbelaaltje binnen een perceel, 2014, auteurs: T.C. Everaarts, E.G. Schepel.

Aaltjeswaardplantschema

Rapport: Extra groenbemesters in rotatieschema Innovatie Biodiversiteit Veenkoloniën, juli 2022, auteurs: Burret Schurer, Zwanet Herbert, Marianne Hoogmoed. Deze publicatie is beschikbaar via.
Citaat uit rapport: ‘De saprofage aaltjes zijn nematoden die geen schade doen aan de planten, maar ander dood organisch materiaal afbreken. Een hoog gehalte aan saprofage aaltjes kan worden gezien als een indicatie voor een beter bodemleven. Doordat er meerdere aaltjes(soorten) aanwezig zijn, is de kans groter dat het bodemleven in evenwicht blijft.’

Alles over maiswortelknobbelaaltjes: achtergronden, regelgeving, bemonstering, bestrijding en beheersing  –> Beheersing van Meloidogyne in de akkerbouw

Impactscore

Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een korte toelichting.

Betrouwbaarheidsscore:

Het onderzoek is meerjarig uitgevoerd met herhalingen. De resultaten bevatten geen statistische onderbouwing. Het is daarmee betrouwbaar.

Tags

Bodemgezondheid

Gewasbescherming

author_image

Auteur

Annelies Beniers