Aardappelen liggen soms langer in de schuur dan dat ze op het veld staan. Daarom vraagt aardappelen bewaren kennis van zaken. Je wilt immers netto zoveel mogelijk product afleveren. Dit betekent dat je de kwaliteit zolang mogelijk moet handhaven en de verliezen door ademhaling tot een minimum wilt beperken.
Conclusies
- Kwaliteit van geoogst product is belangrijkste factor voor bewaarbaarheid.
- Beschadigingen aan knollen verhogen de ademhaling. Dat resulteert in gewichtsverlies en verminderde kiemrust.
- Aardappelen zo snel mogelijk na de oogst drogen, eventueel met kachels.
- Wondheling direct na de oogst voor een periode van minimaal twee weken met minimaal 12 graden knoltemperatuur.
- Temperatuurschommelingen zoveel mogelijk voorkomen om kiemrust te behouden.
Samenvatting
De bewaarbaarheid hangt nauw samen met de kwaliteit van het geoogste product. Alleen gezonde knollen zijn goed te bewaren. De periode op het veld verdient daarom de volle aandacht. Beschadigingen aan de knollen moeten bij de oogst en het inschuren zoveel als mogelijk voorkomen worden. Beschadigde knollen hebben namelijk een hogere ademhaling en dat resulteert in gewichtsverlies en een verminderde kiemrust.
Bewaarproces
Het bewaarproces begint met drogen en de wondheling. Met drogen moet direct gestart worden want vochtige omstandigheden zijn ideaal voor de ontwikkeling van bacteriën en schimmels. De basisregel voor drogen is: buitenlucht die kouder is dan de aardappelen, is altijd drogend. De knoltemperatuur moet minimaal 12°C blijven om te kunnen blijven drogen in warmere periodes en voor de wondheling. Het proces van wondheling duurt minimaal twee weken.
Als de aardappelen droog zijn, kan er geleidelijk ingekoeld worden tot de optimale bewaartemperatuur. Voor tafelaardappelen is dit 4-6°C, fritesaardappelen 6-8°C en chipsaardappelen 7-9°C. Een verlaging van ongeveer 0,3°C/dag is optimaal.
Gewichtsverlies beperken
Temperatuurschommelingen tijdens het inkoelen en de verdere bewaring moeten zoveel mogelijk voorkomen worden. Dit resulteert in het sneller doorbreken van de kiemrust. Aardappelen warmen ongeveer met 0,25°C/dag op. Dat moet met ventilatie afgevoerd worden. Om onnodig gewichtsverlies te voorkomen, moet de buitenlucht waarmee afgekoeld wordt minimaal 2°C kouder zijn dan het product, een hoge RV hebben en met hoge luchtsnelheid door de partij geblazen worden. Zo houd je het aantal ventilatie-uren laag.
Ook kun je mechanische koeling gebruiken waarbij het gewichtsverlies lager is en het product ook in warme periodes gekoeld kan worden. Het CO2-gehalte moet dan wel in de gaten gehouden worden en onder de 5.000 PPM blijven.
Impactscore
Met de Impactscore laten we zien op welke bedrijfsactiviteiten de onderzoekresultaten
direct effect hebben. Een onderzoeksresultaat kan bijvoorbeeld leiden tot het gebruik
van minder gewasbeschermingsmiddelen of minder meststoffen. Dat vermelden we met een
korte toelichting.
Door het goed bewaren van aardappelen behoud je de kwaliteit en voorkom je onnodig gewichtsverlies. Beide resulteren in een hogere netto opbrengst.
Betrouwbaarheidsscore:
Geen betrouwbaarheidsscore omdat het gaat om literatuuronderzoek.